Instructieve zaken: De lerares doet haar best om elke les interessant te maken. Ze presenteert het op verschillende manieren om problemen op te lossen die aan de leerlingen worden gegeven. Zij gebruikt een verscheidenheid van voorwerpen om de leerlingen te motiveren. Deze manier van lesgeven benadrukt de verwerving van feiten en bevordert de ontwikkeling van logisch denken.
De leerlingen op de talenschool verwerven kennis van archetypen en de patronen die in taal worden gevonden. Ze hebben het vermogen om te analyseren en zo tot een logische conclusie te komen.
Archetypen: De docente taalbeheersing probeert het gebruik van de passieve stem te vermijden. Ze gebruikt typen vertellers om informatie te presenteren. Deze stijl weerspiegelt archetypen en is daarom universeel toepasbaar.
Onwillige Lezers: Misschien wel de belangrijkste functie van deze docent is het onderwijzen van onwillige lezers. Er is een speciaal verslag van een onwillige lezer dat belangrijke informatie leert over negatieve effecten van taal op onwillige lezers. De toon is effectief gepresenteerd aan de lezer en blijkt een effectief hulpmiddel te zijn voor het onderwijzen van deze populatie.
Volgende stappen: Na het succesvol onderwijzen van onwillige lezers, is de volgende stap het werken met moeilijke lezers. Moeilijke lezers hebben het moeilijk met lezen voor hun plezier. Zij hebben hulp nodig om hun problemen te overwinnen. De taalkundeleraar presenteert een multisensoriële aanpak om de leerling te helpen leren lezen voor zijn plezier. Deze aanpak sluit aan bij de leerstijl van de leerling en zorgt voor leren dat leuk is.
Lesgeven aan moeilijke lezers: Dit is de laatste stap in het onderwijzen van moeilijke lezers. De leerkracht moet specifieke aandacht aan de leerling besteden. Dit betekent dat de leerkracht voortdurend met de leerling communiceert. De leerkracht presenteert de lessen op een manier die de leerling in staat stelt de ideeën te begrijpen. De leerling zal de lessen begrijpen, zelfs als hij niet enthousiast is.
Hoe moeilijk lerende lezers onderwijzen: De leerkracht moet een scherp gevoel voor beoordeling hebben, het prioriteren van gebieden voor verbetering. Zij zal in staat zijn problemen te analyseren, zodat een snel actieplan wordt opgesteld.
Verbalisatie: Verbalisatie benadrukt dat de leerkracht het verhaal moet vertellen op een manier die lezers gemakkelijk kunnen begrijpen. Waar nodig zal gebruik worden gemaakt van formules.